ln deze aanwijzingen vind je een korte uitleg over de koppeling met het vak biologie en aanwijzingen bij de (ontdek)lessen.

De zes lessen en thema’s worden hieronder kort toegelicht. Bij het inplannen van de lessen moet je de serie globaal bekijken. Bekijk vooraf of je alle thema’s wilt doen en welke biologiekennis vooraf noodzakelijk is. De gekozen thema’s bij biologie gaan vooral over menselijk gedrag en gezondheid, dus dat kunnen controversiële en spannende (persoonlijke) onderwerpen zijn. Binnen deze lessenserie zijn wel iets abstractere onderwerpen (vaccinaties) en concreter (junkfood), maar de verschillen zijn niet heel erg groot.

Verder geldt: je bent voldoende voorbereid als je de lessen zelf vooraf goed doorleest. Bij elke serie kun je rondstruinen in de bronnenlijst als je iets wilt toevoegen aan de les. Je kunt verdieping bieden door een oorspronkelijke bron op te nemen in de les en je weet dan zelf ook meer over het onderwerp.

Lessenserie 4 is gekoppeld aan biologie. Elke ontdekles sluit aan bij thema’s uit de biologieles met een ‘ontdekvraag’. Afstemming tussen vak- en taaldocent is belangrijk om te bepalen wanneer welke les past bij de lessen biologie en hoe de leerlingen de ontdekvraag kunnen aanpakken. Hebben ze al iets geleerd over onderzoek doen, of over het zenuwstelsel? De docenten hoeven bij het plannen van de lessen niet de genummerde volgorde van Woordenaars te volgen. Lees hierover meer in de algemene introductie: Werken met Woordenaars.

De ontdeklessen zijn aanvullingen op de les biologie, ze behandelen niet expliciet de kerndoelen of begrippen van het vak. Het doel van de ontdeklessen is: informatie verzamelen over een thema zodat je daarover je gedachten kunt vormen en verwoorden. Door vakoverstijgend te werken, zullen leerlingen zelf ook gemakkelijker en vaker de link maken tussen de verschillende schoolvakken en kennisdomeinen. De biologiedocent kan zelf meer of minder nadruk op die verbinding leggen.

Er staan hieronder meestal geen kant-en-klare antwoorden bij de ontdekvragen. Alles is online te vinden.

Tips en notities zijn welkom in de reacties onder dit bericht; meld fouten via de Meldknop.

Aanwijzingen bij de ontdeklessen

4.1 Vaccinaties: voorlichten of verplichten?

Deze les gaat niet over coronavaccinaties, maar over de bekende inentingen tegen infectieziektes zoals polio en mazelen. Het thema sluit aan bij de actuele discussie over verplichte vaccinaties voor kinderdagverblijven. Voor de duidelijkheid: deze wet is wel door de Tweede Kamer, maar nog niet actief en de wet houdt in dat kinderdagverblijven zelf een verplichte vaccinatie mogen eisen (maar ze mogen er ook voor kiezen dat niet te doen).

De leestekst en ontdekles geven de leerlingen vooral meer uitleg over het vaccinatieprogramma en het principe van groepsbescherming. Om welke ziektes gaat het, waarom kiezen mensen wel of niet voor vaccinatie? De ontdekvraag zoomt in op de specifieke bescherming van de vaccins: wanneer ben je beschermd tegen welke ziektes? Leerlingen leren een infographic (met afkortingen) goed aflezen, een belangrijke vaardigheid. Deze vragen zijn niet al te moeilijk, prima te begrijpen vanuit de gegeven informatie. De biologiedocent kan ervoor kiezen om meer kennis te combineren met deze les: kennis over het verschil tussen een virus en een bacterie, bijvoorbeeld.

Afhankelijk van de voorkennis en het denkniveau van de groep kan de discussie bij dit thema ook naar een wat dieper niveau. Door de coronatijd hebben leerlingen hier misschien best wel eens over nagedacht: waarom zijn vaccinaties eigenlijk niet verplicht? Of er leven nog angsten en de discussie kan die angst aanwakkeren: gaat het echt gebeuren dat er op school een prikbus langskomt? Het kan dan goed zijn om zulke zaken ook te benoemen: de integriteit / onaantastbaarheid van het lichaam, in de taal die past bij hun leeftijd: ‘Het is jouw lichaam, niemand mag daar zomaar aankomen, ook dokters niet. Ouders kiezen voor medische ingrepen, oudere tieners kiezen daar zelf voor, maar een vaccinatie kan dus nooit gedwongen zijn door de overheid.’

4.2 Moeten scholen werken met het bioritme?

In een paar lessen komt de ontwikkeling van de puber / jongvolwassene en schoolbeleid aan de orde. Erg dicht bij de belevingswereld van de eersteklassers!

Deze les sluit niet heel direct aan op een kennisonderdeel van biologie klas 1. De werking van het brein is dan meestal nog niet zo uitgebreid aan de orde geweest. De ontdekvraag is daarom meer ingericht als een onderzoeksvraag (dit komt ook terug in les 4.5). Als het gaat om gedrag (van mens of dier), dan kun je dat observeren en beschrijven. Hier doen de leerlingen dat met verschillen tussen pubers en volwassenen. Let op: het gaat om gedrag, niet om fysieke verschillen. Eigenlijk is de vraag dus: wat is typisch pubergedrag? Dit is ook een leuke vraag om mee te geven naar huis, want ouders weten er vaak ook wel wat van…

Bij de nabespreking komen er vast veel verschillende antwoorden, neem er de tijd voor. Het kan een eyeopener zijn voor tieners dat hun stemmingswisselingen bij pubergedrag horen (en dus waarschijnlijk ook weer minder erg worden!). Ook is het goed voor leerlingen om te beseffen dat er niets geks aan is als jij dat gedrag helemaal niet herkent bij jezelf: dat iets gemiddeld vaak voorkomt, betekent niet dat het altijd zo is, als het gaat om menselijk gedrag. Dit is belangrijk om te onthouden voor de spreek- en schrijfles: want hoeveel tieners hebben precies last van dat slaaptekort?

4.3 Verplicht sporten: goed idee?

Het lijkt vooral een leuk discussieonderwerp: meer of minder gym, maar let op: er zit wel wat gevoeligheid rondom dit onderwerp. De leestekst benoemt dat ook al: wie wat minder goed is in gym, voelt zich in de gymles vaak buitengesloten. Kinderen die gepest worden, zijn vaak de kinderen die wat minder goed meekomen bij gym. Als een groep niet veilig is, kunnen er zomaar twee kampen ontstaan in de spreekles. Daarom is de spreekles ook een socratisch gesprek. Soms lukt het om de gevoeligheden juist te benoemen, soms is het beter om het dan wat meer naar de inhoudelijke kant te trekken: waarom is bewegen belangrijk en hoe zorg je ervoor dat iedereen dat een leven lang blijft doen?

De ontdekvraag gaat ook in op beweging, de werking van het menselijk lichaam. Waarschijnlijk sluit de vraag deels aan op wat leerlingen al weten uit de biologieles, maar ze zullen ook online meer informatie moeten vinden. Een goede nabespreking met de biologiedocent verdient de voorkeur, omdat die ook echt de verbinding kan maken met wat ze al geleerd hebben.

4.4 Lachgas: erom lachen of verbieden?

Het lijkt vroeg om in klas 1 al over verdovende middelen te spreken, maar voorlichters geven vaak aan dat het goed is om voorlichting te geven voordat tieners een eerste keer drank of drugs tegenkomen. Bij lachgas is het ook nog eens zo dat het niet verboden is onder 18 (of zelfs onder 16) jaar, omdat het onder de Warenwet valt. Er zijn soms wel plaatselijke regels die het onder 18 jaar verbieden. Bedenk dus dat dit gevoelig kan liggen (ook bij ouders of de schoolleiding), omdat er mensen zijn die van mening zijn dat je kinderen vooral niets hierover moet vertellen. Zie ook de discussies die er altijd zijn over programma’s als Spuiten en slikken. Voorlichters gaan ervan uit dat het beter is dat ze kennis hiervan hebben, zodat ze niet impulsief (puberaal) ja zeggen tegen drugs waar ze niets van weten als zo’n situatie zich voordoet, maar eerder nee durven te zeggen, of verantwoorder gebruiken.

Het is misschien ook een wat volwassen onderwerp om dan te bedenken onder welke wet lachgas moet vallen, maar naast de algemene kennis over lachgas en andere drugs is het ook goed om wat kennis op te doen over wetten in Nederland. Daarbij is het nog een beetje simpel gehouden, want de problemen rondom lachgas zijn ook complex doordat het volgens een EU-wet onder de Warenwet valt. Maar we houden de EU nu nog even erbuiten en kijken vooral naar wat lachgas is en wat de gevolgen zijn van gebruik.

Het is belangrijk dat leerlingen bij biologie al iets geleerd hebben over het zenuwstelsel. De werking van het menselijk lichaam moet al een beetje bekend zijn om te snappen wat de risico’s zijn van zuurstoftekort. De ontdekvraag gaat in op de werking van het zenuwstelsel, en het effect van drugs daarop. Eventueel kan de docent daar ook nog iets duidelijker de termen ‘verdovende’ en ‘stimulerende’ middelen bij gebruiken.

4.5 Wat doen scholen voor je psychische gezondheid?

Moeten scholen meer aandacht besteden aan psychische gezondheid, zodat leerlingen er meer van weten en er makkelijker over kunnen praten, makkelijker hulp kunnen vragen? De leerlingen denken hierover na in deze les, maar het moge duidelijk zijn: de les zelf is al een eerste gesprek over psychische gezondheid. Voor veel leerlingen zullen psychische problemen nog ver van hun belevingswereld zijn, maar bedenk dat ze vaak wel (al dan niet stereotiepe) beelden uit films, series en boeken kennen. Maar er zullen ook leerlingen zijn voor wie psychische aandoeningen al wel bekend zijn en natuurlijk kan dit gevoelig liggen. De les gaat niet in op het persoonlijke element, maar stimuleert meer de algemene kennis over psychische aandoeningen en laat nadenken over de vraag ‘wat kun je doen als…’. Daarom is ook in deze les de spreekles een socratisch gesprek.

De ontdekles is erg concreet en gaat over een mogelijk verband tussen sociale media en mentaal welzijn. Leerlingen doen zelf onderzoek volgens natuurwetenschappelijke principes. Het is handig als ze deze principes (de stappen: observatie – probleemstelling – hypothese – experimenten – resultaten – conclusie) al wel gehad hebben bij biologie. Het bestuderen van gedrag heeft natuurlijk nog wel wat haken en ogen, daarom zijn de slotvragen belangrijk, zodat leerlingen snappen dat je ook niet te snel conclusies kunt trekken. Voor groepen die al iets meer ervaring hebben met zulke onderzoeksvragen, of voor wie het niveau aankan, kun je dan ook termen als ‘objectiviteit’ en misschien zelfs ‘causaal verband’ gebruiken.

4.6 Alleen gezond eten in de schoolkantines?

Het interessante van deze les is dat leerlingen er niet alleen over nadenken wat gezond eten is, maar wat er gebeurt om tieners (en volwassenen) te verleiden tot gezond eten. En is dit wel een taak van school? Voedingspatronen en overgewicht kunnen ook gevoelige onderwerpen zijn, de les houdt het vrij zakelijk.

De ontdekles gaat vooral over voedingswaarde. Het is mooi als dit ook al bij biologie behandeld is, of aandacht voor gezond eten en de Schijf van Vijf (bijvoorbeeld in het vak verzorging), maar niet overal komt dit in klas 1 aan de orde. Dan is een introductie met iets meer uitleg nodig (wat zijn koolhydraten en eiwitten? wat is er mis met verzadigd vet?).