Wat is de beste manier om een taal te leren?

LEES

Je hoort mensen weleens zeggen: ‘Zij heeft een talenknobbel.’ Vroeger dacht men dat het echt zo werkte, dat je letterlijk een bult op je hoofd kon krijgen als een bepaald deel van je hersenen zo sterk ontwikkeld was. Spierballen in je brein, als het ware. Inmiddels weten we dat dat niet zo is, integendeel. Taal komt wel uit de hersenen en is op sommige plekken in het brein sterker aanwezig, maar om taal te gebruiken en begrijpen hebben we een heel netwerk in onze hersenen nodig.

Moedertaal
Als je een nieuwe taal leert, dan kost dat soms best wat moeite. Waarom eigenlijk? Als peuter hoefde je toch geen woordjes of grammatica te leren? Kinderen verwerven de moedertaal doordat zij hun ouders of anderen horen praten: zelfs als ze nog niet echt kunnen praten, begrijpen ze al wat er gezegd wordt. En als ze zelf gaan praten, antwoorden ouders, waardoor de taal zich steeds meer ontwikkelt. Of het nu gaat om je moedertaal of een nieuwe taal, je leert taal dus het beste in interactie, door veel te praten en te luisteren, te lezen en te begrijpen.

Hoe zit het als je thuis geen Nederlands leert? Wanneer je een taal leert, ontwikkel je dat netwerk in je brein. Als je een tweede taal leert, dan gebeurt dat in hetzelfde netwerk. Het kan wel eens lastig zijn voor een jong kind om te variëren tussen de twee talen en dan toch het juiste woord te gebruiken. Maar uit onderzoeken blijkt dat tweetalige kinderen ook makkelijker nog een nieuwe taal leren, als ouders de eerste taal maar goed spreken en uitgebreid aanbieden. Er lijken zelfs nog meer voordelen te zijn, omdat deze kinderen goed leren schakelen.  

Woordjes leren
Als communicatie zo belangrijk is, waarom leren we dan toch pagina’s met woordjes en grammatica wanneer we op de middelbare school een nieuwe taal leren? En waarom is dat soms zo moeilijk? Interactie is de beste manier om een taal te leren begrijpen, maar daarbij kun je het leren van de taal versnellen met kennis van grammatica en woorden. Bij het Engels gaat dat vaak makkelijk, omdat we die taal ook al verwerven via de tv, via liedjes en games. Bij het Frans en Duits gaat het wat stroever, omdat we nog geen basis in die taal hebben door interactie.

Dat is helaas wel een onderdeel waarmee scholieren, maar ook volwassenen worstelen bij het leren van een nieuwe taal: woordjes leren. Is er niet een slimmere, snellere manier om dat te doen? Wetenschappers zagen hier wel een uitdaging in. Overal ter wereld probeerden ze uit wat het beste werkte. Onderzoekers van de Universiteit Nijmegen wonnen een prijs omdat zij de beste methode ontwikkeld hebben, hét antwoord op de vraag: hoe kun je in één uur tijd zo veel mogelijk woordjes leren?

Het geheim
Er zijn drie principes die samen voor de beste opbrengst zorgen, zeggen de Nijmeegse onderzoekers. Ten eerste gebruikten ze een geheugentechniek waarbij je in je hoofd de nieuwe woorden verbindt met een beeld of een plaats. Daarnaast maakten ze gebruik van retrieval practice, waarbij je actief jezelf overhoort tijdens het leren. In de derde plaats hanteerden ze een rekenmodel om te ontdekken hoe lang de rijtjes moeten zijn waarin je de woordjes leert. Het is het beste om steeds een rijtje van vijf à zes woorden goed te leren voordat je aan een volgend rijtje (van vijf of zes) begint.

Wat is volgens jou de beste aanpak bij het leren van een taal?

Deze afbeelding heeft een leeg alt-attribuut; de bestandsnaam is Woordenaars-wit-1024x372.jpg

BEGRIPPEN

Leer de nieuwe begrippen: integendeel – verwerven – interactie – variëren – principe.

integendeel: juist omgekeerd, het tegenovergestelde

  • VOORBEELD: Tweetalig opgroeien zorgt niet voor minder taalvaardigheid, integendeel: je kunt er zelfs voordeel van hebben.  
  • VRAAG: ‘Woordjes leren moeilijk? Integendeel!’ Wie in de klas is het hiermee eens? Wat is je aanpak?

verwerven: door arbeid of inspanning verkrijgen, aanleren, bemachtigen

  • VOORBEELD: De Nijmeegse onderzoekers hebben de hoofdprijs verworven voor de beste methode van woordjes leren.
  • VRAAG: Wat herinner jij je van toen je je moedertaal verwierf? Of wat hebben je ouders hierover gezegd?

de interactie: wisselwerking, uitwisseling, actie en reactie tussen mensen, dieren of dingen

  • VOORBEELD: Je kunt een taal niet volledig via tv of muziek leren, omdat er geen echte interactie is: een film of liedje antwoordt je niet en verbetert je fouten niet.
  • VRAAG: Hoe zorgt een docent Engels of Frans ervoor dat er zo veel mogelijk interactie in de les is?

variëren: afwisselen, veranderen, uiteenlopen

  • VOORBEELD: Er wordt door ouders vaak veel gevarieerd in het taalaanbod, omdat ze afwisselen tussen bijvoorbeeld praten, zingen en voorlezen.
  • VRAAG: Wie varieert er wel eens in de aanpak van je (taal)huiswerk? Wat werkt voor jou beter?

het principe: manier waarop iets werkt, regel die je voor jezelf hebt gesteld, basisregel

  • VOORBEELD: Scholen hebben wel eens als principe dat je er alleen Nederlands mag spreken.
  • VRAAG: Welke van de drie principes van de Nijmeegse woordjesmethode gebruik jij al?
Deze afbeelding heeft een leeg alt-attribuut; de bestandsnaam is Woordenaars-wit-1024x372.jpg

ONTDEK

Je hebt er misschien niet eerder bij stilgestaan hoe goed ons brein is bij het verwerven van taalvaardigheid. Er zijn landen waar bijna iedereen meertalig opgroeit, meertaligen variëren meerdere keren per dag tussen die talen. Denk je dat dat in het Nederlands taalgebied weinig voorkomt? Integendeel. In Suriname is 90% van de inwoners meertalig. En in de grote steden in Nederland groeit de helft van de kinderen op met een andere taal. 

Het primaire principe bij het leren van een taal is interactie: je leert taal vooral door te luisteren, spreken, lezen en schrijven en in de reacties daarop. Woordenaars werkt ook volgens dit principe, heb je dat opgemerkt? Het leren van woordjes en grammatica zorgt er vervolgens voor dat je extra stappen maakt in het leren.

In de opgaven hieronder bekijk je naar wat cijfers over het leren van een taal. Werk de opgaven op roosterpapier uit – je mag een rekenmachine gebruiken.

Opgave 1

Sara leert voor een s.o. Franse woordjes. Ze leert met rijtjes van 6 Franse woorden. In de tabel hieronder zie je hoeveel tijd dat haar kost.

tijd (minuten)  051015202530
aantal woordjes geleerd061218243036
  1. Teken een assenstelsel. Zet bij de x-as tijd in minuten en bij de y-as het aantal geleerde woordjes. Maak een geschikte indeling voor de assen.
  2. Teken de punten uit de tabel in de grafiek: (0,0), (5,6) en zo verder.
  3. Verbind de punten door een lijn.
  4. Er is een verband tussen de variabelen tijd (minuten) en aantal woordjes geleerd. Welke formule kun je opstellen voor dit verband?
  5. Als deze formule ook voor langere tijd gelijk blijft, hoeveel woordjes heeft Sara dan geleerd na 45 minuten?

Opgave 2

Nederlands wordt gesproken in Nederland, maar ook in Suriname. Suriname heeft 550.000 inwoners. 90% van de inwoners is meertalig! Ze spreken vaak wel drie talen per dag, soms zelfs meer.

  1. 30% van de Surinamers spreekt thuis Nederlands. Reken uit hoeveel mensen dat zijn.
  2. 45% van de Surinamers spreekt thuis Sranantongo. Reken uit hoeveel mensen dat zijn.
  3. Let op, we gaan weer naar Nederland: 85% van de Nederlanders spreekt thuis Nederlands. Reken uit hoeveel mensen in Nederland thuis geen Nederlands spreken. (Hoeveel mensen wonen er ook alweer in Nederland? Zoek het op als je het niet weet.)
Deze afbeelding heeft een leeg alt-attribuut; de bestandsnaam is Woordenaars-wit-1024x372.jpg

SPREEK

Spreek je uit in een socratisch gesprek! Je hebt nu genoeg kennis over het onderwerp om samen te bespreken hoe je het beste een nieuwe taal kunt leren. Je gaat met elkaar in gesprek door elkaar vragen te stellen.

Kies een van de vragen hieronder. Een leerling begint door zo’n beginvraag hardop te stellen en te beantwoorden. Andere leerlingen reageren niet met tegenargumenten, maar met vragen. De eerste leerling probeert daarop ook te antwoorden. Na twee of drie vragen gaat de beurt naar een andere leerling, die een volgende beginvraag kiest en vragen krijgt, en zo verder.

Gebruik daarbij de nieuwe begrippen: integendeel – verwerven – interactie – variëren – principe.

  1. Hoe leert een baby of peuter een taal?
  2. Wat is er nodig om je moedertaal goed te leren?
  3. Moeten ouders Nederlands spreken?
  4. In welke opzichten is het leren van een tweede of derde taal anders dan het leren van een eerste taal?
  5. In welke opzichten is het leren van een tweede of derde taal hetzelfde als het leren van een eerste taal?
  6. Wat is er nodig om een nieuwe taal goed te leren?
  7. Waarom zijn woordenlijsten nodig bij het leren van Frans, Duits of Engels?
  8. Hoe kun je het beste woordjes leren?
  9. Wat zou jij een nieuwe eersteklasser adviseren voor het leren van Frans of Duits?
  10. Wat ga je zelf anders doen nu je meer kennis hebt over taalverwerving?

Hulpzinnen

Deze zinnen helpen je om een goede bijdrage te leveren aan het gesprek:

  • Waarom denk je dat, kun je dat uitleggen?
  • Kun je dat toelichten met een voorbeeld?
  • Klopt deze bewering met jouw eigen ervaring?
  • Als ik het goed begrijp, zeg je het volgende: …
  • Ik zou het zelf als volgt willen samenvatten: … Klopt dit?
Deze afbeelding heeft een leeg alt-attribuut; de bestandsnaam is Woordenaars-wit-1024x372.jpg

SCHRIJF

Schrijf op wat jij denkt over het onderwerp. Gebruik in je tekst de nieuwe begrippen: integendeel – verwerven – interactie – variëren – principe.

Schrijf een samenvatting: Hoe leer je een nieuwe taal? De hulpzinnen helpen je op weg.

  • Baby’s en peuters leren een taal doordat…
  • We hebben geen taalknobbel, maar…
  • Als ouders geen Nederlands spreken, dan…
  • Het allerbelangrijkste bij het leren van een nieuwe taal is…
  • Uit onderzoek blijkt wat de beste aanpak is om woordjes te leren. Ten eerste…

Schrijf creatief! Ken je het verhaal van de toren van Babel? (Zoek het op!) Volgens de Bijbel wilden de mensen een toren naar de hemel bouwen, zodat ze wereldberoemd werden. God stuurde een spraakverwarring en de mensen begrepen elkaar niet meer. Ze konden niet meer verder bouwen aan de toren. Schrijf een moderne versie van ‘De toren van Babel’, oftewel: schrijf een verhaal waarin een gebrek aan taal en communicatie voor grote problemen zorgt.